Het is gewoon Joop en Jan-Willem hoor’

Na 32 jaar is het nog altijd de afwisseling die ‘m trekt, zegt Jan-Willem. ‘In de ochtend sta je bij een ex-dakloze in huis, in de middag bij iemand die smetvrees heeft.’ Of bij meneer Joop, die in Bos en Lommer woont. De twee ras-Amsterdammers kennen elkaar inmiddels een jaar of drie. ‘Ik kreeg te horen dat ik een man als thuishulp kreeg. Nou, prima toch. Ik ben niet zo van het hokjesdenken’, lacht meneer Joop.

Elke woensdagochtend begint met een kopje thee aan tafel bij meneer Joop. Jan-Willem: ‘We zijn allebei van die mensen bij wie de mond nooit stil staat. We zouden gerust de hele twee uur met elkaar kunnen kletsen. Ik ben bij Cordaan Thuisdiensten niet alleen hulp bij het huishouden, dat sociale aspect vind ik heel belangrijk.’ In de categorie ‘eenzamen’ valt meneer Joop nou nét niet. Ondanks z’n COPD-klachten (‘mijn handicapje’) is hij nog actief genoeg. Beter gezegd: wás. ‘Ik was iemand die altijd graag veel dingen deed. Klussen, knutselen, mensen helpen verhuizen. Maar dat is niet haalbaar meer. Iets als stofzuigen of de bedden opmaken kost mij al te veel inspanning. Voor die tijd deed ik alles zelf in huis. Ik ben nog van de generatie die is opgevoed met het idee dat je je eigen rommel moet opruimen.’

‘Joop houdt het netjes bij’

Het zijn taken die Jan-Willem moeiteloos overneemt. ‘Dit is ook een optimaal huis om schoon te maken. Het is nieuwbouw, het staat niet vol, het is niet rommelig. Joop houdt het zelf ook netjes bij, maar hij raakt snel buiten adem. Ja, we zeggen gewoon Joop en Jan-Willem hoor. We schelen ook niet heel veel in leeftijd. Als een mevrouw van 91 zou vragen om elkaar met de voornaam aan te spreken, had ik er meer moeite mee.’

‘Een heel ervaren iemand’

Meneer Joop: ‘Ik zorg dat de zaak voor zijn komst een beetje opgeruimd is. Ik doe de keuken, de afwas, de aanrecht. Dat is het minste dat je kunt doen toch? Verder bemoei ik me nergens mee. Jan-Willem heeft een eigen patroon van werken. Ik zou het vreselijk vinden om te zeggen: dit moet je doen, dat moet je doen.’ Of het wennen was, een man als thuishulp? ‘Mensen denken vaak dat het huishouden toch meer het vrouwelijke domein is. Maar ik ben niet zo van het hokjesdenken. En Jan-Willem is een heel ervaren iemand.’

Makkelijke prater

Het geringe leeftijdsverschil zorgt ook voor gespreksstof. Meneer Joop: ‘Waarover? Over alles. De maatschappelijke ontwikkelingen. De buurt. Ik over m’n kinderen, hij over z’n partner.’ Niet alleen bij meneer Joop is Jan-Willem een makkelijke prater. ‘Ik ben iemand die zich al gauw aanpast aan de situatie. Dat moet ook wel. Je moet een kameleon zijn in dit vak. Het ene moment sta je bij wijze van spreken vuil te bikken, het andere moment sta je mensen bij die het psychisch lastig hebben. Vooral in de coronaperiode heb ik dat ervaren. Mensen zagen wekenlang hun zoon of dochter niet meer. Dan ben jij als thuishulp nog hun enige steun en toeverlaat.’